Hoe mooi is het om te zien dat iemand zichzelf kansrijk maakt. Niet door te leren van fouten of de problemen die je handig oplost maar door het ontwikkelen van het geloof in zichzelf. ‘Ik geef je een 10’ gaat ervan uit dat je per definitie oké bent zoals je bent. Je krijgt die 10 bij voorbaat.
In positieve psychologie ligt de nadruk op de ontwikkeling van je kansrijkheid. Hierin speelt jouw persoonlijke verantwoordelijkheid een belangrijke rol. Het vertrekpunt hierbij is dat je oké bent. De mentale blokkade die je opbouwt door niet in jezelf te geloven en het accent te zetten op dat wat niet lukt, maakt dat je de stap naar nieuwe mogelijkheden zet wel heel erg lastig. De reactie is vaak dat je niet meer naar jezelf kijkt en de omgeving aanklaagt voor jouw falen. Je verzint smoezen waarom het niet lukt en stopt de ontwikkeling. Kortom: een beperkende overtuiging is geboren.
Als het zo werkt, wat maakt het dan zo lastig om kansrijkheid toe te passen? In het onderwijs is veel ervaring in het stimuleren en inspireren van kinderen/jongeren. Toch kan het in deze sector ook misgaan: waar enthousiasme omslaat in een allergie, en insluiten van het kind ontaardt in uitsluiten.
Dit laatste werd mij pijnlijk duidelijk toen Natasja (10 jaar) mij een jaar geleden vertelde waarom zij niet meer naar school wilde gaan. Zij gaf aan dat ze precies wist hoeveel tegels er in de gang van het schoolgebouw lagen. Ze was zo vaak uit de groep gezet dat ze uren op de gang heeft gebivakkeerd en de tegels heeft kunnen tellen. Natasja’s leerkracht verzekerde mij ervan dat Natasja alleen maar tot last was binnen de groep en er nog geen teken van verbetering zichtbaar was. Om die reden werd Natasja continu buiten de groep gezet.
De ouders van Natasja waren inmiddels radeloos. Ze raakten het vertrouwen in school volledig kwijt en gingen op zoek naar een ander onderwijsinstituut. Een onhoudbare situatie. Hoe pijnlijk moet het zijn als je niet meer welkom bent? Zo voelde dat voor Natasja. Ze schreef en tekende veel om haar gevoel kwijt te kunnen.
Na een periode van rust en persoonlijke herwaardering maakte Natasja drie maanden geleden een nieuwe start op een andere school. Een school met een visie op kansrijkheid. In plaats van dat Natasja buiten de groep wordt gezet als ze ‘lastig’ is, wordt met haar gepraat waarom ze bepaald gedrag vertoont. De leerkracht én de klasgenoten hebben geduld met haar en geven aan dat ze in haar geloven, dat ze erbij hoort.
Natasja heeft gevoeld, en voelt nog steeds, dat ze een 10 heeft gekregen. Dat het oké is zoals ze is. Net als haar klasgenoten. Ze wordt niet beoordeeld met rood maar er wordt met haar in groen gecommuniceerd.
Hoe moeilijk kan het zijn?